Hoe beïnvloedt de waargenomen relevantie van transitiebeleid de betrokkenheid van de gemeenschap?
DUST-onderzoek onderzocht deze vraag en ontdekte dat het duidelijk communiceren van relevantie de sleutel is om community-deelname aan transities te stimuleren. Lees verder om meer te weten te komen!
Waarom is waargenomen relevantie belangrijk?
De motivatie van een gemeenschap om deel te nemen aan duurzaamheidstransities is nauw verbonden met hoe zij de potentiële impact op hun levensonderhoud en culturele structuren of hun individuele (autonomie) en collectieve (sociale) behoeften waarnemen. Deze percepties vormen hun emotionele reacties, die op hun beurt hun mate van betrokkenheid beïnvloeden. Bijvoorbeeld, degenen die persoonlijke of collectieve voordelen zien, zoals economische kansen, verbeterde infrastructuur of sociale vooruitgang, zijn eerder geneigd om transitie-initiatieven te steunen en eraan deel te nemen.
Aan de andere kant reageren gemeenschappen die negatieve gevolgen verwachten, zoals banenverlies, culturele erosie of sociale ontwrichting, eerder met angst, vrees, frustratie of ontkoppeling. Dit was duidelijk te zien in de DUST-casestudyregio's met kolenmijnen en industriële gebieden.
De sluiting van mijnen en fabrieken leidt niet alleen tot banenverlies en economische achteruitgang, maar creëert ook identiteitscrises voor werknemers die hun leven in deze industrieën hebben doorgebracht. Soortgelijke zorgen werden gedeeld door inheemse en plattelandsgemeenschappen. De Sámi in Norrbotten vrezen bijvoorbeeld het verlies van traditionele middelen van bestaan en cultureel erfgoed vanwege milieubeleid dat landgebruik verandert.
In deze gevallen worden transities gezien als verstorend in plaats van progressief, wat leidt tot grotere weerstand tegen duurzaamheidsbeleid.
Wanneer beleid losgekoppeld lijkt van gemeenschappen
Een groot obstakel voor maatschappelijke participatie is de perceptie dat transitiebeleid wordt aangestuurd door internationale of nationale agenda's, in plaats van dat het lokale zorgen weerspiegelt.
In verschillende regio's, waaronder Bełchatów, Katowice en Stara Zagora, voelden gemeenschappen zich genegeerd of uitgesloten van besluitvormingsprocessen.
Zij uitten hun bezorgdheid over het feit dat publieke instellingen:
Er werd geen rekening gehouden met hun specifieke behoeften.
Gebrek aan oplossingen voor een duurzaam transitiebeleid op de lange termijn
De belangen van de overheid of het bedrijfsleven kregen voorrang boven het welzijn van de gemeenschap.
Deze ontkoppeling leidt tot wantrouwen in beleidsmakers en weerstand tegen verandering. In sommige gebieden, zoals Gotland, Groningen en Norrbotten, was dit vooral duidelijk in reactie op energie-infrastructuurprojecten.
Veel plaatselijke bewoners vonden dat deze projecten:
Druk op lokale hulpbronnen (bijvoorbeeld hogere kosten, conflicten over landgebruik).
Externe belanghebbenden worden oneerlijk bevoordeeld ten koste van de lokale bevolking.
Uitgevoerd zonder voldoende overleg met de gemeenschap of compensatie.
Wanneer gemeenschappen geen directe voordelen zien of zich buitengesloten voelen bij beleidsdiscussies, is de kans kleiner dat ze positief reageren.
Hoe kunnen beleidsregels effectiever worden gecommuniceerd?
Om betrokkenheid te stimuleren en vertrouwen te herstellen, moeten beleidsmaatregelen relevanter, transparanter en participatiever worden gemaakt. Hier zijn vier belangrijke strategieën:
1️. Geef gemeenschappen een stem bij het definiëren van het probleem
Beleid dat zonder inbreng van de gemeenschap wordt ontwikkeld, voelt vaak exclusief en niet-representatief aan.
In plaats van alleen oplossingen te presenteren, zouden overheden gemeenschappen in een zo vroeg mogelijk stadium moeten betrekken bij het definiëren van de uitdagingen en prioriteiten waar beleid op gericht moet zijn.
Dit vergroot het gevoel van eigenaarschap, waardoor individuen zich beter geïnformeerd voelen en in staat zijn om hun ervaringen te benutten. Dit alles bij elkaar maakt beleid lokaal betekenisvoller.
2️. Relateer beleid aan alledaagse zorgen
Mensen zijn eerder geneigd om mee te doen als beleid direct betrekking heeft op hun dagelijks leven, of het nu gaat om banen, huisvesting, gezondheidszorg, transport of lokale bedrijven.
Terwijl de jongeren in Norrbotten bijvoorbeeld prioriteit gaven aan beter openbaar vervoer en recreatieruimtes, waren plattelandsondernemers meer geïnteresseerd in thuiszorgdiensten in afgelegen gebieden.
Door beleidsdiscussies af te stemmen op deze lokale prioriteiten, worden duurzaamheidstransities tastbaarder en nuttiger.
3. Herstel vertrouwen door transparantie en eerlijkheid
Eerdere ervaringen met uitsluiting of ineffectief beleid zorgen voor blijvend wantrouwen.
Om het vertrouwen te herstellen, moeten beleidsmakers ervoor zorgen dat:
Open en eerlijke dialoog over beleidsdoelen en beperkingen
Duidelijkere uitleg over wie er baat bij heeft en hoe
Eerlijkere verdeling van hulpbronnen en compensatie voor getroffen gemeenschappen
Als mensen zien dat er oprecht moeite wordt gedaan om hen bij beslissingen te betrekken, is de kans groter dat ze constructief meewerken.
Uiteindelijk hangt het succes van duurzaamheidstransities niet alleen af van wat beleid zegt, maar ook van hoe goed het aanslaat bij de gemeenschappen die het wil transformeren. Wanneer mensen zich gehoord, gewaardeerd en geïnformeerd voelen, is de kans veel groter dat ze bijdragen aan het bouwen van een eerlijkere en duurzamere toekomst.
Wilt u meer weten? Bekijk hier het volledige onderzoeksrapport: https://www.dustproject.eu/releases-d3-4